Het rechtskader voor het beheer van de rechtstreekse schuld omvat het volgende :

• Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen

  Deze wet richt de gemeenschappen en gewesten op (met uitzondering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) en regelt hun werking.

• Bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen

  Deze wet richt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op en regelt de werking ervan.

• Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en Gewesten

  Deze wet bepaalt de financieringsmiddelen voor de gemeenschappen en gewesten, die gemachtigd worden leningen aan te gaan onder bepaalde voorwaarden.

• Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering.

  “Met dit besluit delegeert de Regering aan de minister van Financiën de bevoegdheid om leningen aan te gaan, de schuld op korte, middellange en lange termijn te beheren en thesauriebewijzen uit te geven.”

• Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 juli 2019 tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden tussen de ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering

  Dit besluit stelt de ministers en staatssecretarissen van de Regering formeel aan en bepaalt hun respectieve bevoegdheden.

• Ministerieel besluit van 12 juni 2020 houdende delegatie van bevoegdheid inzake het beheer van de rechtstreekse gewestelijke schuld

  De minister van Financiën stelt de procedure vast voor het afsluiten van financieringsverrichtingen op korte, middellange en lange termijn, alsook voor de aanschaf van afgeleide producten.

• BEGROTINGSKADER

  Het begrotingskader van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest becijfert het beleid dat het komende begrotingsjaar gevoerd zal worden en bepaalt de financiële middelen die aangewend zullen worden om de beleidsdoelen te verwezenlijken.